Wat werkt in sociaal werk? Grootschalig onderzoek naar sociale veerkracht in het sociaal domein

Sociale veerkracht wordt gezien als het wondermiddel voor uitdagingen, variërend van toenemende ongelijkheid en polarisatie tot de energietransitie. Maar hoe proberen sociaal werkers en andere professionals in de praktijk sociale veerkracht te creëren? Hoe kunnen projecten gericht op sociale veerkracht zo ingericht worden dat ze bijdragen aan effectieve, democratische en eerlijke samenwerkingen tussen burgers en overheid? Dr. Anick Vollebergh, universitair docent Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies, is als een van de 13 onderzoekers betrokken bij een consortium dat gevormd is om sociale interventies in acht Nederlandse steden op een innovatieve en interdisciplinaire manier te onderzoeken.

Het project, Social Work and the Art of Crafting Resilient Societies of kortweg Crafting Resilience, is een beurs van 5 miljoen euro toegekend vanuit het programma Nationale Wetenschapsagenda: Onderzoek op Routes door Consortia(verwijst naar een andere website)
De studie gaat in september van start en duurt vijf jaar. Voor deze studie werken academici uit WO en HBO, beleidsmakers en professionals uit het sociale domein samen. Ze onderzoeken samen hoe sociaal werkers proberen de sociale veerkracht van wijken en jongeren te versterken en hoe ze daarbij nieuwe relaties tussen de staat en gemarginaliseerde burgers smeden.

De rol van conflicten, dilemma’s en machtsverhoudingen

Een belangrijke focus is daarbij tegen welke conflicten, dilemma’s en machtsverhoudingen sociaal werkers en burgers aan lopen.
Dr. Vollebergh(verwijst naar een andere website) zegt: “In mijn eerdere onderzoeken in achtergestelde multi-etnische buurten en multi-etnische buurten in Antwerpen en Parijs werkte ik ook met sociaal werkers. In Frankrijk en België heeft buurtwerk vaak een activistische dimensie. Ik was steeds getroffen door de kritische reflecties van buurtwerkers over de wijze waarop de overheid omgaat met burgers, en hun pogingen om die relaties anders vorm te geven.”

Speciale aandachtspunten

In het onderzoek zal bijzondere aandacht besteed worden aan de toenemende diversiteit van de samenleving, en aan de vragen met betrekking tot gelijke toegang tot diensten, participatie, en zorg en veiligheid die dit met zich meebrengt. 
Naast het documenteren van ‘wat werkt’, wil dit onderzoek fundamenteler bekijken welke nieuwe sociale en bestuurlijke relaties tussen burgers, professionals en de overheid vormkrijgen, hoe sociaal werkers zichzelf begrijpen en positioneren in deze sociale werelden en hoe ze deze proberen te beïnvloeden en vorm te geven.

Vergelijking op Nederlands en Europees niveau

“Het mooie aan dit project is dat we de kennis en de vragen van sociaal werkers en burgers centraal zetten, maar op een vergelijkende manier,“ zegt dr. Vollebergh. “Zo plaatsen we het Nederlands sociaal werk, en de vragen die hier spelen rond de politieke positionering van sociaal werkers en hun rol in relatie tot veiligheidsvraagstukken, in een bredere Europese context. Daarnaast vergelijken we projecten gericht op sociale veerkracht in acht Nederlandse steden. Op deze manier krijgen we enerzijds goed inzicht in wat werkt, maar kunnen we ook de reflecties en praktijken van professionals en burgers verder voeden en ondersteunen.”

Inzichten voor de praktijk

Er worden innovatieve inzichten verwacht van een combinatie van etnografisch onderzoek naar sociale werkpraktijken, actieonderzoek met professionals en sociale ondernemers, en vergelijkend onderzoek naar sociaal werk praktijken in geselecteerde Europese landen.
In de ontwikkeling van het project is vooral gekeken naar de behoefte uit het werkveld. Het is de bedoeling dat de opgedane kennis wordt omgezet naar materiaal voor de praktijk, lesboeken voor hbo-opleidingen, en mediaproducties zoals documentaires en podcasts voor een breder publiek.

Samenwerking tussen HBO, WO en praktijkprofessionals

Eén van de unieke aspecten aan dit project is de gelijkwaardige verdeling tussen HBO en WO, en de nieuwe vormen van kennisuitwisseling die dit mogelijk maakt.
Twee wetenschappers van Universiteit Leiden – universitair hoofddocent Culturele Antropologie dr. Anouk de Koning(verwijst naar een andere website) en hoogleraar Rechtssociologie prof. dr. Maartje van der Woude(verwijst naar een andere website) – en Lector Jeugd en Samenleving Femke Kaulingfreks(verwijst naar een andere website) van Hogeschool Inholland zijn de hoofdonderzoekers van Crafting Resilience, waarbij 16 co-financieringspartners en 11 samenwerkingspartners ook zijn aangesloten.